Het zoete water op de plek van de Zuiderzee lonkte al vroeg:
Daan Gerssen
jongste Noord-Hollandse binnenvisser
Niet de zee, maar het zoete water, zo dicht bij waar hij woont in Westerland, lonkte al tijdens zijn middelbare schooltijd.
De 25-jarige Daan Gerssen is nu zelfstandig visserman op het Amstelmeer, de boezem die 100 jaar geleden is ontstaan na afsluiting van de Zuiderzee.
,,Ik ben de jongste binnenvisser in heel Noord-Holland,’’ vertelt hij trots.
Tekst (artikel uit 2024): Marion Lont
Foto's: Riemke Kranendonk
Gerssen vist in het gebied vanaf de oudste Wieringer haven, de Haukeshaven, richting Wieringerwaard tot aan Van Ewijcksluis. Waaronder langs de korte Afsluitdijk, officieel Amstelmeerdijk. De dijk die tijdens de Zuiderzeewerken tussen het Wieringer dorp Westerland en het dorp Van Ewijcksluis in de Anna Paulownapolder, is aangelegd.
Het Amstelmeer, de 650 hectare ontstane zoetwaterplas op de plek van dit deel van de voormalige Zuiderzee, heeft een omtrek van rond de dertien kilometer.
Zeewier en haring
Vroeger werd hier op zeewier gevist en werden er in het zoute zeewater haring, ansjovis, oesters, mosselen en aliekruiken gevangen. Langs de Wierdijk bij De Haukes vielen kleine aken droog tijdens eb en klommen de vissers vlak voor de vloed weer aan boord om uit te varen. Bij de Haukeshaven werd de vis gelost. Iets waaraan door de afsluiting van de Zuiderzee een einde kwam en waardoor ook vissers die rondom het eiland visten brodeloos raakten zoals Jo Daan in ‘Wieringer land en leven in de taal’, schrijft. En de Postboot, tot dan toe de enige verbinding voor inwoners en bezoekers om naar de vaste wal te komen, was uitgevaren.
Hollands Kroon
Met de aanleg van de eerste dijk vanaf het toenmalige eiland Wieringen, werd het water van de zoute Zuiderzee zoet, zoals ook later met het IJsselmeer gebeurde. Het op plekken enorm diepe water van het Amstelmeer, maar ook op veel plekken ondiepe water, vooral langs de kanten, is gelegen tussen Wieringen, de Anna Paulownapolder en de Wieringermeer polder. Samen met Niedorp tegenwoordig één gemeente: Hollands Kroon.
De dieptes en ondieptes en de bescherming van de korte Afsluitdijk voor de woeste zee, maakten het zoete Amstelmeer mede geschikt voor andere vissoorten, maar eveneens als recreatiewater voor motorboten, zeilers, surfers en een verblijf voor zwemmers en zonaanbidders aan het Lutjestrand. In de winter is bevroren water het domein van IJsclub Westerland, waar zelfs koning Willem Alexander menig rondje heeft geschaatst.
Paling en Snoekbaars
In de zomer zet Gerssen fuiken uit voor het vissen op paling. “Daar mogen we niet het hele jaar op vissen.” In de wintermaanden gebruikt hij staand want voor de vangst van snoekbaars, brasem en snoek. “Maar als het te koud is vang je niks, dan ga ik als opstapper met kotters mee naar zee om op garnalen te vissen. Ik werk het hele jaar tussendoor als oproepkracht bij Paul Bakker uit Den Oever, die heeft een tenderservice met een snelle boot vanuit IJmuiden naar de booreilanden of passerende schepen op de Noordzee. Ik heb mijn visserijdiploma’s, SW5 maar ook koopvaardijpapieren gehaald. Dat ik ook maritiem officier ben, daar heb ik nu profijt van.”
Flexibiliteit
Zeker omdat de palingvangsten op het Amstelmeer minder zijn en de snoekbaarsvangsten zelfs heel slecht, aldus Gerssen, zorgt zijn flexibiliteit voor brood op de plank. En heeft hij toch geen spijt van zijn investering in de vergunningen, een klein kottertje, zonder Wieringer nummer en 2 aluminiumboten en vistuig. “Ik wilde heel graag iets voor mijzelf beginnen.”
Een van de boten ligt op ‘t Kuitje bij Den Helder. ”Ik heb namelijk ook als enige vergunning om in het Balgzandkanaal te vissen. Ik kan niet in de toekomst kijken, maar ik ga er van uit dat ik op het Amstelmeer en in het kanaal mag blijven vissen.”
Het kottertje gaat hij opknappen. “Meestal vis ik met de aluminiumboten met ingebouwde leef bun waarin de vis levend gehouden wordt. Paling wordt ook levend verhandeld. Ik doe het graag. Vooral als je goed vangt is het helemaal leuk. Ik fietste altijd al vanuit school over de Haukeshaven. Ik denk dat ik een jaar of 11 was dat ik aan de binnenvisser Teun Barelds vroeg of ik een keer mee mocht. Ik ben altijd blijven hangen, als ik vrij was belde ik ‘Teun ga je het water nog op?”
Zilte en zoete ervaring
Na zijn schooltijd ging hij gelijk het water al op om te werken. Toen nog niet het zoete water, maar het zoute. En zo deed hij nog meer ervaring op. “Ik heb een paar jaar op zee gevaren met een trawler vanaf IJmuiden, op de Wiron 6. We visten op haring en makreel. Toen nog een tijd op Wieringer kotters. Bij Van Eekelen (WR 289) en de Gebroeders Bakker (WR50) allebei op garnalen op de Waddenzee en de Noordzee.” Tot hij zijn kans greep om het bedrijf van Barelds aan de westkant van het oude eiland over te nemen. “Hij gunde het mij ook.” Hij nam fuiken, netten en de boten over. “Ik kon gelijk beginnen te vissen. Nu heb ik ook een loods gekocht voor opslag en reparatie en het maken van de netten. Ik vis vaak met kleine fuiken, soms met grotere of in de winter met staand wand op snoekbaars. Heel divers. Ik heb veel geleerd voordat ik het overnam. Ik vis op Teun zijn manier.”
Veranderingen visplekken
Toch merkt hij zelf wel veranderingen op de visplekken. “Het water wordt steeds brakker, ik vang nu strandkrabbetjes. Op visplekken die vroeger in het open water langs de dijken lagen, zijn nu vogelbroedeilanden aangelegd. Ik spreek andere vissers die hier ook vergunningen hebben. Die zeggen dat het ondiepe water van zo’n drie meter met ruige stenen goede paaigrond was, maar dat is nu weg. Het water is tegenwoordig ook veel schoner, daardoor heb je ook minder prut waar de vissen graag verblijven.”
Hij vervolgt: “Ze baggeren nu op meerdere plekken in het Amstelmeer veel grond weg om de vaargeulen uit te diepen en om nieuwe natuur aan te leggen met vispaai en opgroeiplaatsen, misschien dat er dan uiteindelijk weer meer snoekbaars komt. Ik heb goed contact met het waterschap Noord-Holland, het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, dat het beheer doet.”
Visstand verbeteren
Hij is ook optimistisch wat betreft de samenwerking met het Duurzaam Paling Fonds (Dupan) dat pootaal, iets grotere jonge vis dan de hele kleine glasaal, uitzet in het boezemwater van het Amstelmeer. “Deze jonge paling kan uit zichzelf door dijken, sluizen en gemalen moeilijk op plekken als het Amstelmeer komen.” Zowel beroepsvissers, sportvissers als de natuur profiteren daarvan. “De palingvangst op het IJsselmeer is ook weer hersteld en zelfs heel goed. Al staat de paling nog steeds op de rode lijst als beschermde vis. Maar ik houd goede hoop voor ons. Ook de nieuwste natuuraanleg in het Amstelmeer (project Noordkop) kan de visstand gaan verbeteren. Al kan dat er ook voor zorgen dat er nog meer scholen visetende aalscholvers of veel meer meeuwen komen.”
Haringachtige terug
In Den Helder bij ‘t Kuitje gaan ze vanuit hetzelfde project ook een vismigratierivier met paaiplaatsen aanleggen, zoals er in het IJsselmeer een vismigratierivier met een doorgang naar de Waddenzee komt. Gerssen: “Dat kan gunstig zijn voor de toekomstige visserij. Ik houd wel in de gaten wat er gebeurt. In de natuur verandert het altijd.” Hij houdt goede hoop voor de toekomst. “Ik moet er wel wat anders bij doen, naast het opstappen op kotters of het werk op de tenderservice, help ik mijn vader ook regelmatig in de winkel of vishandel van Noordzee Visspecialiteiten in Den Helder. Hij is tien jaar visserman geweest en is daarna in het bedrijf van zijn vader gegaan.”
Binnenvissersvoordeel
Het vissen op het Amstelmeer heeft als voordeel dat je soms ook even tussendoor naar de haven kan varen en naar huis kan gaan, geeft Gerssen als aan. “Het is heel anders dan vissen op zee. Dan ben je langer van huis. Het is wel zwaar werk om de netten in je eentje binnen te halen, vooral het terugzetten is met harde wind moeilijk. Je vist soms in mist of regen. Maar ik vind het mooi werk en ben graag ‘altijd’ bezig. En heb er geen moeite mee verschillende dingen te doen.
Alleen
Niet elke dag is de vangst goed. “Soms is het zelfs dagen of wekenlang slecht. In de visserij moet je de inkomsten altijd over een heel jaar zien. Ik heb nog genoeg ideeën en geniet als ik
‘s ochtends vroeg als het vaak nog windstil is, of overdag alleen in mijn bootje op het water aan het werk ben. Ik kan mijn eigen tijd indelen. Soms gaat mijn vader of een vriend mee. Er zijn nog drie andere vergunninghouders, maar ik ben momenteel de enige die op het Amstelmeer actief is.”