Visbakteam breekt lans voor wijting, schar en poon
‘Wij laten zien dat dit ook lekkere vissies zijn’
Tekst: Tekstwerkers, Hanke Prijs
Foto: Flora & Visserijdagen
Waarom kent de gemiddelde Nederlander wel paling, een moot zalm en een scholletje, maar staan wijting, schar en poon nauwelijks op het menu? Dat vroeg een handjevol Wieringers zich zo’n 25, 30 jaar geleden af. En, besloten de heren: ‘dan léren we ze wel dat dit ook lekkere vissies zijn!’ Het Wieringer Visbak Promotieteam werd hiermee een feit. Een team dat sinds een aantal jaar ook vaste gast op de Flora is. In gesprek met Arie de Visser. “Een van de aanspreekpunten”, antwoordt hij op de vraag wat zijn rol in het team is.
“Het is eigenlijk begonnen op ons eigen tennistoernooi. We wilden de onbekende vissoorten bekender en geliefder maken.” Aan het roer van de zelfopgerichte club stonden Arie de Visser, broer Jan, Jan de Haan, Rob Cornelissen en Han IJpma. Inmiddels is het visbakteam uitgegroeid tot 25 man. “Daarmee kun je makkelijker rouleren”, zegt Arie de Visser. “Want op lest stonden we door heel Noord-Holland. We werden steeds vaker door verenigingen gevraagd. Dat vonden ze thuis niet zo leuk”, knipoogt hij naar zijn vrouw Jolanda. “Doordeweeks op zee en in het weekend bakken. En we moesten natuurlijk voorbereiden. Daarna weer evalueren”, doelt De Visser op de vele avonden die onder het genot van een natje en een droogje aan de visbakdagen kleefden.
Uiteenlopende magen
Van senioren in Kapellehof tot bezoekers van het Zuiderzeemuseum. En van internationale oogartsen op een congres in het Vondelpark tot dak- en thuislozen in Rotterdam. De gebakken vis van het visbakteam is in menig uiteenlopende magen beland. Precies zoals ze het wilden, de mannen van de zee.
Tot een jaar of drie terug Roos van de organisatie van de Flora & Visserijdagen haar vader Jan vroeg wat zijn team kon betekenen voor de Flora. “Voorheen kon je bonnetjes kopen. In ruil daarvoor kreeg je mosselen en garnalen. Maar dat is gestopt. Vandaar dat wij de zondag hebben opgepakt en de brandweer de maandag.”
350 kilo
Het werkt als volgt. De vlootschouw regelt de vis. Die komt in bevroren pakketten binnen. Paar dagen in de koelcel op de afslag om langzaam te ontdooien. Daarna trekken de mannen de vis zorgvuldig uit elkaar om verder te ontdooien. En dan wordt het gepoeierd, gaat het in een papje, beetje kruiden erover en klaar om te bakken.
En dan komt de Florazondag en gaat het vuur onder de visbakpannen aan. Van 11.00 tot 16.00 uur kunnen bezoekers in de rij aansluiten voor een versgebakken bakkie kibbeling. Dat neemt gretig aftrek. “Vorig jaar driehonderdvijftig kilo”, antwoordt de visbakker op de vraag hoeveel vis er gebakken wordt.
Ieder zijn taak
Ruim twintig van de 25 vrijwilligers wordt opgetrommeld voor de klus. Ieder heeft zo zijn eigen taak binnen het team. “Mijn broer Jan is van de babbel. Die doet de pr, zegt-ie altijd. Ik ben een beetje de vliegende keep. Dan heb je de vaste bakkers: Sjaak Assies, Schapie, Jaap Molenaar. Ieder doet wat het best bij hem past.”
En als dan om 16.00 uur de pit weer uitgedraaid wordt, de boel opgeruimd en schoongemaakt, dan breekt de tijd aan voor een welverdiend biertje. “De Floradagen zijn voor mij de mooiste van het jaar. Mijn agenda loopt van flora naar flora”, lacht Arie breeduit.